Individuele ondersteuning

Wat heeft het gekost?

Maatwerkvoorzieningen algemeen - versterken toegang en (proces)regie   € 155.000 V
De geraamde ombuigingstaakstelling in 2020 van € 1,5 miljoen voor het versterken van de toegang en (proces)regie is gerealiseerd. Naast gerealiseerde voordelen in de producten Thuisondersteuning, Begeleiding en dagbesteding en Jeugd, is ook het budget voor extra personele inzet op deze taakstelling verlaagd. Van het resterende personele budget ad € 430.000 is een bedrag van € 275.000 besteed, waardoor een incidenteel voordeel ontstaat van € 155.000.
Deze ombuigingstaakstelling is oplopend van aard en onderdeel van de financiële opgave voor het sociaal domein. In 2021 stijgt deze taakstelling met circa € 1,0 miljoen en in 2022 nog eens met € 1,0 miljoen. Het uitvoeringsplan transformatie sociaal domein geeft hierbij richting aan de inhoudelijke beweging.

Jeugdzorg (Act.2020 € 380.000 N)   € 710.000 N
De kosten jeugdzorg over 2020 zijn € 710.000 hoger dan begroot. Dit is grotendeels te wijten aan de impact corona. Middels de transformatie van jeugdhulp is eerder al een stabilisatie van de groei bereikt. Een afname van de uitgaven willen wij bewerkstelligen middels ombuigingen. De totale ingeboekte ombuiging 2020 voor jeugd bedraagt circa € 1,4 miljoen. De ombuigingen zijn enerzijds beperkter gerealiseerd doordat niet alle pilots doorgang kunnen vinden vanwege bijvoorbeeld de sluiting van de scholen. Anderzijds is op basis van 2019 conform landelijke afspraken niet-geleverde zorg vergoed aan aanbieders. Door 2019 als peiljaar te nemen, is de daling van de kosten zoals voorzien voor 2020, niet aan de orde. De extra inzet van het Knooppunt Jeugd Foodvalley rondom corona daarentegen brengt kosten met zich mee welke ten laste gaan van het budget jeugdhulp (circa € 60.000).

Concluderend liggen de zorguitgaven (Zorg in Natura en PGB) boven het budget maar is een daling van de kosten zichtbaar. Bij verblijf zien we een daling van € 2 miljoen op verblijfszorg. De ingezette maatregelen in 2019 op 18-/18+ en Actieve regie hebben effect. De daling is met name zichtbaar op Residentiële zorg (€ 0,8 miljoen) en Jeugdzorg plus (€ 0,9 miljoen). De kosten voor ambulante zorg blijven voor een deel stijgen. Wel zien wij daarbinnen een daling van de Groepsbegeleiding (€ 0,6 miljoen). Dit is het effect van de maatregel op BSO-plus welke is ingezet in 2019. Ambulante GGZ kent echter een stijging in kosten (€ 0,5 miljoen). Dat geldt ook voor Ambulante begeleiding (€ 0,4 miljoen). Mogelijk is sprake van substitutie van residentiële zorg naar ambulante zorg. Ook zien we duurdere trajecten per jeugdige.

De werkelijke zorgkosten nagekomen jaren liggen lager dan opgenomen in de Jaarrekening 2019. Dit is te verklaren door € 0,9 miljoen vergoeding vanuit de zorgverzekeraar voor reeds betaalde zorgkosten in een dure jeugdzorgsituatie, € 0,2 miljoen hogere zorgkosten in 2019 en € 0,3 miljoen hogere zorgkosten (onder andere door een faillissement van een zorgaanbieder) voor de periode 2015-2018. Per saldo is sprake van een voordeel van circa € 0,4 miljoen.

In onderstaande grafiek zien we een stijging van de kosten en het budget in de jaren. Dit budget is inclusief aanvullingen vanuit de algemene middelen. In 2020 is voor het eerst een daling van zorguitgaven zichtbaar.

Leerlingenvervoer   € 250.000 N
De verwachtte daling van de kosten door de nieuwe aanbesteding is omgeslagen naar een geringe kostenstijging. Hieraan liggen met name autonome oorzaken ten grondslag, zoals onder andere de hogere NEA index 2020 van 6,7%, het afschaffen van de BPM-teruggave en gestegen premies voor het verzekeren van taxichauffeurs en de scherpe(re) duurzaamheidseisen in de aanbesteding hebben tot extra kosten geleid.
Los hiervan is in het schooljaar 2020/2021 sprake van een substantiële afname van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van aangepast vervoer. Het stimuleren van zelfstandig reizen heeft dus resultaat opgeleverd.
In het kader van de programmabegroting 2021-2024 is besloten om extra middelen structureel aan het budget toe te voegen.

Aanvullende inkomensvoorziening   € 300.000 V
Door de landelijke coronamaatregelen waren veel sport, cultuur en recreatiefaciliteiten gesloten. Hierdoor is het gebruik van de regelingen rond sport, cultuur en recreatie (kinderen en volwassenen) en diploma zwemmen achtergebleven. Dit was reeds voorzien bij de Actualisatie. De ingeboekte taakstelling op bewindvoering is niet gerealiseerd. Wel constateren we dat door de extra inzet hierop en de introductie van het project BudgetPlus de stijging van de kosten zijn afgevlakt. In 2015 stegen de kosten van de bewindvoering met 22%, terwijl deze in 2020 met 2% stegen. Een deel van de capaciteit van aanvullend inkomen is ingezet voor de uitvoering van de TOZO. Met name dit laatste leidt tot gerealiseerde voordeel op dit product.

Thuisondersteuning (Act.2020 € 450.000 V)   € 630.000 V
Bij de barometer zijn voordelen aangereikt ten aanzien van een incidenteel hoger beschikbaar budget en een lager effect op de kosten van invoering abonnementstarief voor in totaal € 400.000. In aanvulling hierop hebben we € 200.000 ingezet voor de realisatie van de ombuiging versterking toegang en (proces)regie 2020.
Ook in 2020 zien we het aantal cliënten dat gebruik maakt van thuisondersteuning met 5% stijgen. Onder andere een gevolg van het abonnementstarief, maar nog niet in die mate waarvoor we aanvullende middelen hebben gereserveerd. Ook de vergrijzing heeft invloed op de toename van het aantal cliënten. We zien ook grotere effecten van het versterken van de regiefunctie door passend indiceren. Hier tegenover is de ingeboekte taakstelling (in het kader van de ombuigingsmaatregel thuisondersteuning) door het gebruik van een schoonmaaktarief conform de Cao Schoonmaak niet realiseerbaar.

Mobiliteitshulpmiddelen en woonvoorzieningen (Act.2020 € 100.000 V)   € 80.000 N
Het voordeel bij de actualisatie is kleiner geworden door meer maatwerkkosten en de keuze om een deel van de personeelskosten toe te rekenen aan dit budget. Daarnaast hebben we in de decembercirculaire een forse neerwaartse bijstelling (€ 108.000 N) gekregen op ons budget hulpmiddelen. Vanaf 2020 worden mobiliteitshulpmiddelen (zoals een rolstoel en een scootmobiel) voor alle cliënten in een Wlz-instelling verstrekt vanuit de Wlz en niet meer vanuit de Wmo 2015. Hiervoor waren al middelen overgeheveld naar de Wlz, maar die blijken landelijk nu ontoereikend te zijn. In de meicirculaire 2021 wordt deze extra uitname via een nacalculatie structureel verwerkt. Aangezien we in Ede nagenoeg geen tot weinig Wlz klanten in een instelling met een mobiliteitsvoorziening hadden, leidt dit nauwelijks tot lagere kosten en dus een mogelijk structureel nadeel.

Vraagafhankelijk vervoer - regiotaxi (Act.2020 € 140.000 N)   € 110.000 V
Bij de actualisatie hebben we een kostenstijging gemeld onder ander als gevolg van de vastgestelde NEA-index. Deze bedraagt voor 2020 6,7% waarbij deze index normaliter circa 2% is. Daarnaast zijn de tarieven vervoer, los van de stijging NEA-index, hoger dan verwacht naar aanleiding van de nieuwe aanbesteding (start januari 2020).
Bij de rekening is het nadeel omgeslagen naar een voordeel. Dit wordt veroorzaakt door een lager aantal ritten vanwege corona. Uiteindelijk zijn dit jaar de helft minder ritten uitgevoerd dan voorgaande jaren. Ondanks dat de vervoerder grotendeels gecompenseerd is voor gemiste opbrengsten heeft dit toch tot een voordeel geleid.
Zonder Corona bestaat volgend jaar een tekort. Bij de programmabegroting 2021-2024 is om die reden besloten om extra middelen structureel aan het budget toe te voegen.

Begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf (Act.2020 € 170.000 V)   € 90.000 V
De ontwikkelingen binnen deze maatwerkvoorzieningen zijn groot en divers. We zien niet alleen groei, maar ook verschuivingen met jeugd, beschermd wonen of de Wlz. En we zoeken naar andere ondersteuningsmogelijkheden, minder inzet van specialistische hulp en versterken de regie. In aanvulling hierop hebben we € 380.000 ingezet voor de realisatie van de ombuiging versterking toegang en (proces)regie 2020. De cliënten 18+ met verblijf zijn beperkt doorgestroomd naar deze maatwerkvoorzieningen, maar vooral naar beschermd wonen. We hebben wel meer cliënten kunnen doorgeleiden naar de Wlz. Financiële tegenvallers zitten in de temporisering van de ombuiging laagdrempelige ontmoeting, kosten van vorig jaar, extra kosten van bedrijfsvoering en een groei van cliënten. Per saldo een voordeel van € 90.000.

In percentages wijzigen de kosten en cliënten ten opzichte van 2019 als volgt:

Kostenstijging 2020 (t.o.v. 2019)

Kosten

Cliënten

Gemiddelde volume
per cliënt

Begeleiding

12%

10%

-1%

Dagbesteding

-3%

-1%

-2%

Bij begeleiding zie we een forse stijging van cliënten en een lichte afname van het gemiddelde volume per cliënt. De stijging van de cliënten betreft naast de reguliere volumestijging van bijna 3% ook een toename vanwege Corona, de ambulantisering van de GGZ, de verschuiving van 18+ vanuit jeugd, maar ook bijvoorbeeld de uitbreiding van de Gelderhorst. De kosten stijgen natuurlijk vanwege de gestegen prijzen maar ook licht door een toename/bijstelling van de duurdere specialistische begeleiding. Bij dagbesteding zie we nog het restant effect van de vorig jaar ingezette lijn van passend indiceren, maar ook wat lagere kosten als gevolg van Corona.

Budget en kosten op zorgjaar: (2015-2020)
Als we de kosten van begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf 'zuiver' op het jaar zetten (bijvoorbeeld kosten van 2019, die in 2020 betaald zijn, tellen we op het jaar 2019 etc.), ontstaat het volgende beeld:

We zien in bovenstaande grafiek de in 2018 ingezette daling van de kosten als een effect van de ombuigingen. Door passend indiceren en strakke opdrachtverstrekking richting aanbieders kunnen we richting onze inwoners goede begeleiding en ondersteuning blijven bieden tegen afnemende kosten. Dit is in lijn met de doelstellingen vanuit de decentralisatie en transformatie. Dit heeft niet geleid tot een toename van klachten en/of bezwaren.
Voor 2020 zien we een stijging van budget (met name door de transformatiebeweging om jongvolwassenen onder te brengen bij de Wmo in plaats van de verlengde jeugdhulp) alsmede toename van budget in verband met regulier verwachtte groei, de licht hogere prijzen en incidenteel extra coronabudget.
De kostenstijging verloopt in dezelfde lijn. Door corona vindt de indicatie grotendeels telefonisch plaats. Dat maakt het lastig(er) om de doelen van begeleiding te realiseren.

Financiële compensatieregeling corona - maatwerkvoorzieningen jeugdzorg en Wmo
Voor de maanden maart tot en met juni hebben we een financiële compensatieregeling voor de aanbieders in het leven geroepen met als doel het zorglandschap in stand te houden. Bij de Wmo hebben we uiteindelijk 13 aanbieders van vooral de dagbesteding gecompenseerd. Met al deze aanbieders heeft inmiddels een financiële afwikkeling plaatsgevonden, waarmee de totale financiële compensatie voor de omzetderving op € 193.000 is uitgekomen.Bij de jeugdhulp betreft dit 51 aanbieders en een bedrag van € 750.000, waarvan de afwikkeling nog niet geheel is afgerond. De doelstelling van de regeling is gerealiseerd en de compensatiekosten komen ten laste van de reguliere budgetten.

Meerkosten corona - maatwerkvoorzieningen jeugdzorg en Wmo   € 430.000 N
Voor de meerkosten die aanbieders maken zijn we op programma 8 gecompenseerd door het rijk voor in totaal € 430.000 (V). Hiervoor heeft een uitvraag naar aanbieders plaatsgevonden en we streven ernaar om dit in april 2021 af te ronden. De compensatie van de werkelijke meerkosten kan niet hoger uitvallen dan het beschikbare budget. De kosten zijn in de jaarrekening als nog te betalen opgenomen. De meerkosten en compensaties op de centrumgemeentelijke taken zijn afzonderlijk toegelicht.

Wmo - Eigen bijdrage   € 175.000 N
De opbrengst eigen bijdrage valt € 175.000 lager uit vanwege vooral het rijksbesluit om vanwege corona gedurende twee maanden geen eigen bijdrage te vragen op de maatwerkvoorzieningen Wmo. De compensatie van het Rijk hiervoor bedraagt € 122.000 en is verantwoord op programma 8 bestuur en organisatie.

Geweld in afhankelijkheidsrelaties   € 180.000 V
Bij de septembercirculaire 2020 zijn extra structurele middelen ontvangen ter grootte van € 180.000 (V) voor acute crisissituaties in de vrouwenopvang en voor het aanpakken van door-en uitstroomproblematiek. Deze middelen zijn in het laatste kwartaal 2020 niet besteed en gereserveerd via programma preventieve ondersteuning (zie toelichting programma 2).
Voor de meerkosten van de aanpak corona zijn middelen ontvangen in de uitkering vrouwenopvang. Het coronabudget is opgenomen op programma 8 en leidt daar tot een voordeel. Op dit programma is ongeveer € 85.000 (N) als kosten verantwoord. De toerekening van personeelskosten aan regionale taken geeft een voordeel in de begroting, dat gereserveerd is voor het lokale uitvoeringsplan vanuit de regiovisie. Deze middelen zijn voor dit jaar niet benodigd en leiden tot een incidenteel voordeel van circa € 85.000 (V)

Maatschappelijke opvang - tijdelijke opvang buitenslapers (Act.2020 € 400.000 N)   € 595.000 N
Maatschappelijke opvang - onttrekking reserve (Act.2020 € 400.000 N)   € 595.000 V
Eind 2019 zijn, naar aanleiding van een motie van de gemeenteraad, op het terrein van het Sociaal Pension tijdelijk extra woonunits voor buitenslapers in gebruik genomen. Het betrof in eerste plaats een pilot van vier maanden tot en met april 2020. Echter, op 7 april 2020 heeft het college besloten om de nachtopvang voor daklozen in Ede open te houden, en dus de pilot Buitenslapers te verlengen. Dit om te handelen conform de landelijke maatregelen rondom Corona.
Per 1 december 2020 is de noodopvang gerealiseerd aan de Nieuwe Kazernelaan 8 (voormalig Pizza & Pizza gebouw), waardoor de kosten bij de jaarrekening ook hoger uitvallen dan bij de actualisatie is benoemd. De extra kosten van de tijdelijke opvang buitenslapers komen ten laste van de reserve maatschappelijke opvang.

Met de verhuizing van de noodopvang blijven de woonunits op het terrein nog in gebruik tot eind december 2021. Tot die tijd kunnen mensen uit het Sociaal Pension er worden opgevangen. Dit is nodig omdat het Sociaal Pension in de komende periode zal worden gerenoveerd. Voor de renovatiekosten is een krediet beschikbaar gesteld wat bekostigd wordt door de verhuuropbrengsten en de extra verkregen middelen van het rijk vanuit het plan van aanpak ‘Iedereen een eigen passende woonplek’ (zie ook toelichting hieronder).

Maatschappelijke opvang - storting reserve van compensatie meerkosten corona   € 565.000 N
De van het rijk ontvangen compensatie van meerkosten van de coronapandemie zijn ten gunste van de reserve Maatschappelijke opvang gebracht. Op programma 8 Bestuur en organisatie is de hogere uitkering als voordeel verantwoord. In de bovengenoemde extra kosten van de noodopvang zijn ook reeds meerkosten corona begrepen. Alle nog te verwachten coronakosten van de maatschappelijke opvang worden ten laste van de reserve gebracht. Uitvraag van meerkosten die door aanbieders gemaakt zijn heeft plaatsgevonden.

Maatschappelijke opvang - overige exploitatie   € 160.000 V
Maatschappelijke opvang - storting reserve    € 160.000 N
De voor het jaar 2020 geraamde onttrekking van € 260.000 heeft ook plaatsgevonden, de bestedingen in 2020 waren conform de raming. Wel hebben een tweetal niet geraamde stortingen plaatsgevonden.
In de eerste plaats zijn de voor het jaar 2020 verkregen middelen voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers ad € 160.000 in de reserve gereserveerd. Door omstandigheden is in 2020 nog niet tot een afrekening met het VOD (Vluchtelingen onder Dak) en gemeente Wageningen gekomen. Dit leidt bij geen van de partijen tot problemen. We gaan dit in 2021 alsnog afronden. In de tweede plaats betreft dit een storting in de reserve Maatschappelijke opvang van ontvangen rijksmiddelen, zoals hieronder beschreven.

'Iedereen een passende woonplek' - bijdrage rijk   € 1.000.000 V
Maatschappelijke opvang - storting reserve    € 270.000 N
Beschermd wonen - storting reserve    € 730.000 N
Vanuit het plan van aanpak ‘Iedereen een eigen passende woonplek’ hebben we € 4,5 miljoen van het rijk toegezegd gekregen (zie het betreffende raadsmemo).
Een bedrag van € 1,0 miljoen vanuit het ministerie van BZK hebben we al ontvangen en is bestemd voor de transformatie van leegstaand vastgoed naar sociale huur. Hiervan is € 270.000 gereserveerd via de reserve Maatschappelijke opvang en € 730.000 via de reserve Beschermd wonen.
In 2021 gaan we van het ministerie van VWS nog een bedrag van € 3,5 miljoen ontvangen. Hiervan is € 2,0 miljoen bestemd voor begeleiding aan cliënten die op deze locaties komen te wonen. De overige € 1,5 miljoen gaat naar de renovatie van de opvang en naar het continueren van Housing First.

Beschermd wonen (Act 2020 € 100.000 N)   € 800.000 V
Beschermd wonen - storting reserve (Act 2020 € 100.000 V)   € 800.000 N
De geraamde exploitatie kent in 2020 een voordelig saldo van € 210.000. De werkelijke uitgaven en inkomsten sluiten hier nagenoeg op aan, waardoor gemelde nadeel bij actualisatie niet optreedt. Wel zien we een doorstroom van 18+ cliënten vanuit jeugdhulp, wat leidt tot extra kosten, maar deze worden vooralsnog opgevangen in de reguliere budgetten.
De te verstrekken subsidie van € 800.000 voor de onrendabele top van de transformatie van vastgoed heeft nog niet plaatsgevonden. Inzet vraagt een zorgvuldige interne afweging en goede afspraken met de mogelijke marktpartijen. De geraamde onttrekking uit de reserve beschermd wonen heeft daarmee ook niet plaatsgevonden. In 2021 wordt de transformatie van het vastgoed verder vormgegeven, waarbij de financiering grotendeels door de verkregen rijksmiddelen vanuit het plan "Iedereen een passende woonplek" wordt gerealiseerd. Zie de bovengenoemde bijdrage van € 730.000, die in de reserve voor dit doel gereserveerd is.
De ontvangen middelen voor de meerkosten corona (€ 153.000) zijn vooralsnog ook als een te verwachten kostenpost verantwoord. Ook hier volgt afwikkeling in april 2021.

Deze pagina is gebouwd op 04/22/2021 14:36:15 met de export van 04/14/2021 08:34:24